Cyberbibliotheek
Column voor vakblad 'De Architect'
Sinds de negentiende eeuw zijn openbare bibliotheken onze tempels van publieke kennis. Op dit moment zijn ze tot nader order gesloten. Het voelt ongemakkelijk, want de legitimiteit van de sector wordt in deze tijd van digitalisering vaak in twijfel getrokken. Ook op de lockdown heeft de bibliotheek niet echt een sterk antwoord.
Bibliotheken geven in hun missie vaak voorrang aan de fysieke ruimte en intermenselijke interactie. Dat is begrijpelijk en terecht: zo blijven ze zich onderscheiden van hun ‘concurrent’ Google Books. En daarbij, bibliotheken zijn de weinige écht publieke gebouwen die we hebben. Toch vraag ik me af: Laat dit moment ons zien dat het instituut het risico loopt om té traditioneel analoog te worden en achterop te raken? En betekent dit dat de vormgeving ervan eveneens achterloopt?
Toegegeven: een overtuigend vormgevingsalternatief van de toekomst lijkt niet direct voorhanden te zijn, zelfs niet in onze nieuwe digitale wereld. Tijdens het dagelijkse staren naar Zoom met videogrids vol mensenhoofden, vraag ik me regelmatig af wat geworden is van het idee dat virtuele ruimtes relevant zijn voor de toekomst van de architectuur. Ik heb al een poos op dit punt niets nieuws meer gehoord en de gangbare pixelarchitectuur wordt inmiddels wat onbevredigend.
Gelukkig is er het jonge bureau ‘Space Popular’ uit Londen, dat de grenzen tussen virtuele en fysieke ruimte op een frisse manier probeert te vervagen. Hun website is zeker het verkennen waard, al is het alleen al vanwege hun frisse blik op het architectenuniform. Het bureau biedt voldoende veelbelovende verkenningen, maar het lijkt allemaal nog wel ver van ons eigen bed.
In Nederland gaan we bij de vertrouwde bibliotheektypologie misschien toch iets bijzonders zien. De Openbare Bibliotheek in Amsterdam heeft een dappere missie geformuleerd. Ze wil een stap zetten in de evolutie van de bibliotheek, met een nieuwe vestiging die zich volledig richt op digitale kennis, data, imaging, mediawijsheid en cybersecurity. Het nieuwe gebouw op de Zuidas, OBA Next, is een kans om binnen de Nederlandse context te verkennen hoe zo’n plek voor mens en technologie er uit kan zien.
Wat zou het worden? Het jaarboek van 2018 gaf al een voorproefje op de esthetiek van de ‘new dawn’. Het datacenter op de UVA-Campus op de cover is echter zo gefotografeerd dat je je afvraagt of je er soms bang voor moet zijn. Maar het kan nog vele malen spannender: voor het ‘bibliotheekgebouw’ voor digitale informatie in de cultfilm ‘Bladerunner 2049’ is een ontwerpschets van Barozzi Veiga gebruikt. Een prachtige steenachtige spelonk, maar wel wat pessimistisch. Het recente ontwerp voor de e-sports training facility in Utrecht door VenhoevenCS en AHH slaat een meer optimistische richting in, met een haast onschuldige retro sciencefiction-sfeer die herinnert aan de tijd dat we de toekomst nog heel leuk en veelbelovend inschatten.
Die gestolde herinnering laat zien dat toekomstbeelden snel veranderen. Het is lastig om zoiets vluchtigs als technologie als inspiratie te gebruiken voor zoiets traags als architectuur. Misschien is de eens zo dominante rol van technologie gewoon niet relevant meer. Ik stuitte een poos geleden in Wired, een magazine voor technologie en hedendaagse cultuur, op een interessante vergelijking tussen de toekomstdecors in twee sciencefiction-films. De high-tech omgeving waar Tom Cruise zich in bevindt in de film ‘Minority report werd vergeleken met de warme romantische AI-wereld uit ‘Her’, met Joaquin Phoenix. De zachte wereld van de laatste doet je afvragen of een mens niet veel blijer wordt van een toekomst die niet te veel zijn best doet om er uit te zien als toekomst. Zou zo’n nieuwe bibliotheek niet gewoon een leuke plek kunnen zijn, waar je je als menselijk wezen toe kunt verhouden en waarin de technologie een ruimtelijke bijrol speelt?