Forum voor democratie

Tijdens de kerstvakantie trokken velen naar het noorden. Ook ik kon me na een flinke wachtrij laven aan het feestelijke spel van roltrappen, panoramische uitzichten en interieurs. Forum Groningen staat als een huis. Een ‘huiskamer voor de stad’ welteverstaan, een ‘volkspaleis’, ‘publiekskathedraal’ of bescheidener: ‘cultuurwarenhuis’. Voldoende typologische analogieën voorhanden om dit type project te duiden. Dit soort ‘Fora’ zijn misschien wel dé publieke gebouwen van dit moment, al kunnen we de woorden nog niet helemaal vinden.

In Groningen spreekt ook de architectuur stevige taal. De suspense bereikt na de roltrappenkloof een hoogtepunt met een panoramisch uitzicht vanaf het dak. Aan de westpunt is het meest te doen: de Groningse binnenstad is hier goed te zien, dus het is dringen voor de fotomakers. Deze balkonscene staat symbool voor de bredere vraag die het gebouw oproept. Hoog vanaf het nieuwe Forum kijkt de meute neer op het oude Forum – nooit zo expliciet benoemd, maar historisch gezien minstens even waar: de Grote Markt, met daarop het gebouw dat de titel ‘huis van de stad’ of ‘volkspaleis’ blijkbaar niet meer verdient. Het stadhuis.

Het gebouw staat er weerbarstig, maar ook verlaten bij, en dat geldt niet alleen in Groningen. De reden is eenvoudig: het stadhuis, van oorsprong hét publieke gebouw van een stad, heeft de laatste decennia flink aan relevantie ingeboet. Stadhuizen ontstonden op marktpleinen om handelsdisputen ter plekke op te lossen, een functie die ze niet meer hebben. Na de opkomst van de burgerij werd de typologie uitgebreid met een klokkentoren, om aan de kerkelijke macht te tonen dat de burger zich aan het emanciperen was. Die toren heeft zijn werk gedaan en ook elementen als burgerzaal en trouwzaal vertegenwoordigen dit burgerideaal. Je kunt je afvragen in hoeverre deze ruimten nog aansluiting vinden bij Generatie Z. Anno 2020 worden de serviceloketten bedreigd door de digitalisering van publieksdiensten. Tegelijkertijd worden de kantoren van de ambtelijke organisatie belangrijker. Voortaan niet meer het ‘huis van de stad’, maar het ‘kantoor van de stad’. Dat klinkt niet echt sexy. Is de stadhuistypologie aan het einde van haar levensduur?

Dat lijkt me sterk, want er spelen genoeg thema’s met een serieuze maatschappelijke urgentie. Zo neemt het belang van lokale overheden nog altijd toe door decentralisaties en fusies. Over een tijdje staan ook klimaatactivisten dáár voor de deur, samen met AZC-tegenstanders. Daarnaast willen veel gemeenten de gemeentelijke politiek laagdrempeliger maken, terwijl het publiek zich steeds meer begint te interesseren voor het theater van debat en protest. En dat alles in een politiek klimaat dat vooral gaat over identiteit en representatieve symbolen, en een architectuurklimaat dat daar minder vies van is dan voorheen.

Aanleidingen voor een volgende stap in de evolutie van het stadhuis volop, maar zo gemakkelijk als met bibliotheken gaat dat niet. Dat wordt óók gedemonstreerd in architectuurstad Groningen: HCVA vernieuwt het stadhuis met een haast intimiderend conservatieve architectuur. Het verschil met het Forum kan niet groter zijn, maar is tegelijkertijd begrijpelijk. Het keurslijf van een rijksmonument, het politieke risico, het fysieke ruimtegebrek en de tijdsgeest maken een gewaagde aanpak ingewikkeld, voor zowel opdrachtgever als architect. Tóch is in het land ook voldoende concrete inspiratie te vinden: van programmatische inventies tot representatieve gevelarchitectuur. Van Arnhem tot Terneuzen, Utrecht (Miralles), Zaandam, Westland en natuurlijk Amsterdam. Het zijn voorbeelden die een andere inzet tonen, hoewel je je bij laatstgenoemde kunt afvragen of je anno 2020 niet beter een kickboksarena dan een opera kunt combineren met het stadhuis.

Veel voorbeelden zijn ontstaan in tijden van sociaal optimisme en idealisme. Dat doet vandaag de dag naïef aan, ook gezien de alarmerende fysieke staat van de planeet. Hoe belangrijk de laatste ook is, toch kun je tegelijkertijd de sociaal-maatschappelijke en culturele vraagstukken niet zomaar negeren. Uit deze situatie zullen nieuwe functionele eisen ontstaan voor de gebouwen vanwaaruit wijk en wereld worden bestuurd. Het stadhuis of gemeentehuis 3.0 als hét publieke gebouw van de toekomst? Dat valt nog te bezien, maar het kan geen kwaad te beginnen met het decentraliseren van de aandacht. De nationale politieke arena is in 2019 genoeg besproken en misschien ligt daar de toekomst niet. Ik kijk in ieder geval uit naar de stadhuizen die in aantocht zijn. Misschien straks toch een Leids Volkshuis, een Helmond Arena of wie weet, nog een Groninger Forum.